naar vorige nummer

Au Courant 20 / 1 (maart 2013), pags. 1–7

dit artikel in pdf

naar volgende artikel

Oproer in Amsterdam in de jaren tachtig van de 19de eeuw

Paul Klein

Laat u niet van de wijs brengen door de Franse woorden van de vorige pagina: het gaat in dit nummer gewoon om Amsterdam en hoe de krant berichtte over twee gebeurtenissen in roerige decennia. We roepen eerst het Palingoproer van zondag 25 en maandag 26 juli 1886 in herinnering, en lezen hoe de gegoede burgerij uit die jaren zich informeerde over de gebeurtenissen aan de hand van uitvoerige verslaggeving in het Algemeen Handelsblad.

De geïllustreerde pagina's komen uit het archief van ons lid J. Anten. Speciaal voor L'Illustration heeft M. de Haenen heet van de naald en ter plaatse de twee tekeningen vervaardigd: één op zondag (hier rechts) en één op maandag (geheel onderaan).
foto

Het Algemeen Handelsblad publiceerde die hele week lange kolommen tekst met heel veel details over dit oproer van die zondag en die verschrikkelijk bloedige maandag, maar publiceerde niet één illustratie of situatieschets (het was nog niet mogelijk om foto's in de krant af te drukken). Anderhalve week later was het juist andersom in het Franse weekblad: niet meer dan een onderschrift aan tekst, maar wel twee tekeningen, die door M. de Haenen als speciale verslaggever voor L'Illustration ter plekke waren getekend en in zwart/wit werden afgedrukt in het nummer van 7 augustus.

De krantenpagina's komen uit het archief van Jan Compier en Paul Klein. Klik op de teksten om die goed te kunnen lezen. Merk op dat op de historische krantenwebsite van de Koninklijke Bibliotheek de tweede helft van 1886 ontbreekt!
foto

Dit is niet de plaats om het drama op de Lindengracht helemaal uit de doeken te doen. Het kwam erop neer dat het Palingoproer uiting gaf aan sociale misstanden bij de arbeidersklasse (hoge werkloosheid, klassejustitie) en die hadden een aanleiding nodig om te ontvlammen. Die vlam sloeg in de pan ondermeer nadat aan de socialistische voorman Ferdinand Domela Nieuwenhuis een jaar gevangenisstraf was opgelegd wegens majesteitsschennis. Domela Nieuwenhuis had op 24 april 1886 in zijn nieuwsblad Recht voor Allen een satirisch artikel ‛De Koning Komt’ gepubliceerd met daarin de zinsnede dat deze Koning Willem III “zoo weinig werk van zijn baantje maakt”.

De dinsdagochtendeditie (direct rechts) brengt dit verslag van de zondag. Dit geeft de teneur weer, waarmee de gegoede burgerij geïnformeerd wordt over het militair ingrijpen. De editie van woensdagavond (uiterst rechts) nuanceert dat eerdere verslag.
foto foto

Het is algemeen bekend dat Willem III zich bij het volk erg impopulair had gemaakt, vooral bij de opkomende socialistische beweging. Daar was alle reden voor, gezien zijn optreden in zijn persoonlijk leven (hij leefde gescheiden van zijn eerste vrouw, had een volgende huwelijkskandidate ongeldig in de adelstand verheven, en trouwde later met een 41 jaar jongere vrouw). Door zijn politieke opvattingen was zijn populariteit sterk afgenomen en helemaal door zijn onverschilligheid voor de maatschappelijke ontwikkelingen in het decennium waarin dit oproer plaatsvond. In die politieke constellatie werd een jaar gevangenisstraf voor Domela Nieuwenhuis dan ook als klassejustitie opgevat. U begrijpt nu dat onze nieuwe koning zich niet Willem IV wil noemen, om elke herinnering aan zijn voorganger weg te nemen.

Op zondag 25 juli was er in de Jordaan te veel volk op de been voor de politie om een einde te kunnen maken aan het palingtrekken. Over de gracht werd een touw gespannen en een levende paling daaraan opgehangen. Spelers moesten het glibberige dier proberen te pakken terwijl zij in een bootje onder het touw door geroeid werden, met risico om in het water te belanden. Dit was natuurlijk een heel wrede behandeling voor het vastgebonden dier en daarom was het spel verboden. Communicatie tussen politiebureau 5 op Noordermarkt, het stadhuis en Den Haag verliep zeer gebrekkig: dat gebeurde d.m.v. het versturen van telegrammen, hetgeen een accurate beleidsvoering in de weg stond. De politie moest zich terugtrekken naar het bureau op de Noordermarkt. Het verslag van het eigenlijke palingtrekken op zondag 25 juli is hieronder geciteerd; het werd gepubliceerd als een ongetiteld voorpaginabericht in de rubriek ‛Binnenland’ van de maandagochtendeditie van het Algemeen Handelsblad:

Gisterenavond is het tusschen de menigte
en de politie op de Lindengracht en om-
liggende straten tot een ernstig treffen
gekomen. Het publiek vermaakte zich op
die gracht met “palingtrekken”, een genoe-
gen, dat de politie meende te moeten ver-
hinderen. Daardoor ontstonden hevige
tooneelen, waarbij al het volk uit die dicht-
bewoonde wijken naar de Lindengracht
stormde en uit de kuilen, welke daar ter
plaatse in de straat lagen, steenen nam en
er zich als projectielen van te bedienen.
Het regende op een gegeven oogenblik
straatsteenen, waardoor sommige politie-
beambten meer of minder ernstig wer-
den getroffen. De politie zag zich toen
genoodzaakt, de menigte door verscheidene
charges uiteen te drijven, waarbij afwis-
selend van de sabel en den stok werd
gebruik gemaakt. Ook daardoor werden
enige personen gekwetst, die later in het
gasthuis werden opgenomen. Dank zij het
krachtig optreden der politie, welke onder
bevel stond van den hoofdcommissaris
mr. Van Doesburgh, gelukte het haar
eindelijk, de menigte in bedwang te hou-
den, echter niet dan nadat zij een vijf-
en-twintigtal arrestanten had gemaakt. Ook
de bijtijds invallende regen deed het zijne
om de menigte te doen bedaren. On-
geveer te negen uur was het rustig gewor-
den en kon de politie zich in het bureau
op de Noordermarkt concentreeren, zon-
der dat het noodig was de nieuwsgieri-
gen, die zich in de buurt verzamelden,
uiteen te doen gaan.

foto

foto

Ook het weekblad De Reizende Nieuwsbode (met dank aan Louis Nierijnck voor het beschikbaar stellen), dat al bestond ruim vóór het Algemeen Handelsblad werd opgericht, maakt melding van die dramatische dagen in de Jordaan. Het nummer van 31 juli 1886 telt vier pagina's op formaat 25×40 cm. Tot en met de 19de eeuw was het niet gebruikelijk om de strekking van de nieuwsberichten samen te vatten in een kop of in de eerste regels van het bericht. Zoals we in het Algemeen Handelsblad al hebben gezien, staat ook hier bij het begin van het bericht alleen maar aangeduid: ‛AMSTERDAM, 30 Juli’. Maar dan krijg je ook wat: de berichtgeving beslaat de helft van dit weeknummer en telt meer dan 4000 woorden. Een deel van twee kolommen uit dat verslag is hier rechtsboven afgedrukt en daaruit lezen we iets minder dédain dan in de verslaggeving van het Algemeen Handelsblad en zeker minder dan in die van de Nieuwe Rotterdamsche Courant (die als een apart deel werd overgenomen in De Reizende Nieuwsbode). Het totaal aantal burgers dat is omgekomen door geweervuur van het leger (manschappen uit de kazerne aan de Sarphatistraat, aangevuld met soldaten uit de vesting Naarden), wordt noch in het Algemeen Handelsblad noch in dit weekblad expliciet genoemd; als ik het hele verhaal in deze Nieuwsbode heb uitgelezen, heb ik 26 doden geteld.

Deze tweede tekening van M. de Haenen laat zien hoe er die maandag met scherp werd geschoten.
foto